Paus, president en de valse profeet
Er was reden sceptisch te zijn over dit type ‘profeet’
– Paus Benedictus XVI –
Bob Dylan zegt profeet noch valse profeet te zijn, al denken respectievelijk een president en een paus daar anders over. Is de betiteling onheilsprofeet passender? Een aantal Amerikaanse presidenten voelden zijn voorspellende toorn.
Rob Velthuis
Ontken het en je bent het. Toen de voor de wereld nog verborgen Bob Dylan in 1962 in Long Time Gone schreef géén profeet te zijn, was hij er een. De volgende jaren zouden het hem leren. Het werd hem zelfs ingepeperd door een paus.
But I know I ain’t no prophet
An’ I ain’t no prophet’s son
In Long Time Gone, pas in 2010 op The Bootleg Series Vol. 9 officieel uitgebracht, schrijft Dylan over wat hij toen was. Een vroeg uit huis gevlogen jongen die met zijn gitaar zoekende was naar levensvervulling als troubadour.
Niet als spreekbuis van zijn generatie. Maar als song and danceman, liedjes schrijvend die niemand ooit had gehoord, uitstijgend boven het bestaande. Om daarnaast het leven te kunnen leiden van familiemens.
Mistgordijnen
Of dat laatste is gelukt weten weinigen. Nadat Dylan in de eerste helft van de jaren zestig tegen zijn wil door zijn tijdsgenoten op het schild was geheven, werd hij specialist in het leggen van dwaalsporen, mistgordijnen en mijnenvelden richting privéleven.
Hij trok zich terug als kluizenaar; predikte het christendom als verwarrende tegenstelling van de volg-geen-leiders-profeet; bracht shit uit en schoffeerde zijn fans (‘ga iets nuttigs met je leven doen’) dankzij wie hij na diepe dalen met de Never Ending Tour zijn carrière weer op het spoor kreeg.
De man van mystiek en contrast. De man die zich volzoog met literaire kennis en dagelijkse indrukken. Die vervolgens intuïtief de woordenstromen noteerde die zijn onderbewuste hem dicteerde, soms zonder dat hij ze zelf kon verklaren. Eigenlijk de man die hij als jongetje was. Met een sterk werkende fantasie die op zijn geliefde oude, muzikale klanken uit fictie en realiteit prachtige teksten smeedde.
Onderbewuste
Maakt dat Dylan tot profeet? Dat kan. Niet dat zijn teksten goddelijke ingevingen zijn. Inspiratie komt vaker vanuit het onderbewuste. Beter dan godsgezant slaat het begrip profeet hier op aankondiger, boodschapper. Eerder van onheil dan van troost.
Wat Dylan daar zelf van vindt? In 1962 was hij er stellig over. En ook in 2004 in een zeldzaam televisie interview, waarin hij Ed Bradley verzekerde nooit een profeet of redder te hebben willen zijn. Het idee van een dergelijke perceptie geeft hem het gevoel van bedrieger.
“Het was als in een Edgar Allan Poe-verhaal zitten en gewoon niet die persoon zijn die iedereen denkt dat je bent. Als je de liedjes bekijkt, geloof ik niet dat je daar iets zult vinden dat zegt dat ik een woordvoerder ben voor wie dan ook.”
Twijfels
Op zijn nieuwe album Rough and Rowdy Ways zaait hij met False Prophet toch twijfels. I ain’t no false prophet, I just know what I know klinkt het. En I ain’t no false prophet, I just said what I said.
Wat is hij dan wel? is de vraag die Dylan daarmee uitlokt. In de New York Times zegt hij over zijn recente werk: “De teksten zijn echt, tastbaar, het zijn geen metaforen.” In die zin kan het een verdekte afrekening zijn met het Vaticaan, waar in 2007 zowaar een paus zijn naam koppelde aan het begrip profeet. Op weinig flatteuze wijze bovendien.
Voor die kwestie moeten we eerst terug naar een verlichtende dag in Bologna, 27 september 1997. Het jaar waarin een door hartklachten getroffen Dylan even dacht Elvis te zullen ontmoeten. In plaats daarvan trad hij, zichtbaar niet aangesterkt, voor 300000 jongeren en de paus op tijdens het Internationaal Eucharistisch Congres. Mogelijk om de indommelende paus Johannes Paulus II wakker te houden, speelde de tegendraadse bard het apocalyptische A Hard Rain’s A-Gonna Fall voor het eerst in zestien jaar in een elektrische versie.
Daarvoor Knockin’ On Heaven’s Door, over spijt in het zicht van het einde. En na een korte persoonlijke ontmoeting tussen paus en profeet, eh . . . Dylan, afsluiter Forever Young. Het tijdens de geluidstest tweemaal gespeelde With God On Our Side bleef achterwege. En ook een andere troefkaart, Trying to get to Heaven (before they close the door)van het drie dagen later verschijnende album Time Out Of Mind blijft in de mouw.
Pauselijk verzoek
Dylan negeerde daarmee een pauselijk verzoek. In een speech voorafgaande aan het korte optreden citeerde de paus uit Blowin’ In The Wind. “Jullie zeggen dat het antwoord in de wind is geschreven, mijn vrienden”, zo sprak de oude paus de jongeren toe. “Zo is het. Maar het is niet de wind die de dingen wegblaast, maar de adem van de Heilige Geest, de stem die roept en zegt: Kom!”
Een afvaardiging van de jongeren stelde de paus de vraag: How many roads must a man walk down before you call him a man? “Mijn antwoord is: Eén! Er is maar één weg voor een mens en dat is Christus, die zei: ‘Ik ben de weg’. Hij is de weg van de waarheid, de weg van het leven.”
De rechtstreekse tv uitzending van RAI Uno toonde een uitzinnige menigte, waarin er een zich verbeet: de toenmalige kardinaal Joseph Ratzinger, de toekomstige paus Benedictus XVI. In 2007 sprak hij zich in zijn memoires uit over die voor hem verkeerde dag.
Nihilistisch
De ‘Mozart van de theologie was ontsteld. Tevergeefs had Ratzinger het optreden proberen te voorkomen omdat hij Dylans Blowin’ in the Wind nihilistisch vond. “De paus leek vermoeid, uitgeput. Op dat moment arriveerden de sterren, Bob Dylan en anderen wiens namen ik me niet herinner. Ze hadden een heel andere boodschap dan die de paus uitdraagt. Er was reden om sceptisch te zijn, en in zeker opzicht ben ik dat nog steeds, over of het goed was om dit type ‘profeet’ te laten verschijnen.”
Dylan drijft dus niet alleen muziekliefhebbers uiteen. Ook pausen, en niet te vergeten presidenten. Dylan liet zich afgelopen decennia in het Witte Huis met onderscheidingen omhangen, of speelde er op verzoek. Jimmy Carter citeerde hem tijdens de Democratische Conventie in 1976: “We hebben een Amerika dat, in Bob Dylans woorden, is busy being born, not busy dying.
In 2015 sprak Carter Dylan min of meer als een profeet toe tijdens het MusiCares 2015 Person Of The Year Gala: “Bob Dylan weet de essentie van alle grote religies in prachtige teksten te verwoorden. Er is geen twijfel over dat zijn woorden over vrede en mensenrechten veel scherper, krachtiger en duurzamer zijn dan die van welke president in de Verenigde Staten ook.”
Onheilsprofeet
En profetisch was Dylan, al dan niet bewust, in die vroege jaren zeker. Een onheilsprofeet zelfs voor diverse presidenten toen hij in 1964 schreef
But even the president of the United States
Sometimes must have to stand naked
Regels die tien jaar later de ondergang van Richard Nixon in zijn Watergate schandaal zouden begeleiden. De Clinton-Lewinski affaire zou een kwart eeuw later onder deze deze regels van hoon volgen, en ook Bush jr. kwam met zijn misleidende excuus voor zijn Golfoorlog in zijn blootje te staan.
Directe aanvallen op de hoogste leiders waren er nooit. Dat Jokerman een schets zou zijn van Ronald Reagan, kwam vooral omdat het lied over iedereen kon gaan. Dat geldt natuurlijk ook voor de passage in False Prophet waarin de verteller een ‘vreemdeling’, een ‘landeigenaar’ aanspreekt. Waar het Dylan betreft is dan de nieuwsgierigheid gewekt en speculeren over de actualiteit aanlokkelijk.
Die schaduw van de gehangene met die overhangende haarlok op het onheilspellende hoesje vertelde al veel. Daarna komt de tekst er overheen:
Hello stranger
A long goodbye
You ruled the land
But so do I
You lost your mule
You got a poisoned brain
I’ll marry you to a ball and chain