Wim Heins (1956-2017)
De stem van de gitaarbouwer
Over Wim Heins wordt nog altijd vol respect gesproken als meester gitaarbouwer. Wie dieper keek, zag in hem een mentor vol levenslessen die het menselijk bestaan tot op het bot kon relativeren.
Rob Velthuis
De geur van vers gezaagd hout kon zijn stemming bepalen. En er zijn nogal wat soorten, duizenden geuren en smaken zoals hij zei. Thuis had de houtfreak, zoals hij zichzelf noemde, ze in kleine schijfjes in een doos gecatalogiseerd. Daar kwamen die geuren bijeen, van paarden, bossen, kamfer, noem maar op. Oergeuren, zoals ze sinds mensenheugenis in de natuur zijn te vinden.
Dan zijn er de structuren en kleuren, die hij soms zelf kon beïnvloeden. Niet alleen werden stukken kwetsbaar hout in plastic verpakt om ze tegen houtworm te beschermen, bepaalde soorten ontwikkelden zo een schimmel die verkleuring veroorzaakte met een bijzondere uitstraling. Voor Wim Heins ideaal om te verwerken in een van zijn kunstwerken, die de gitaren van zijn hand waren.
Lees hoe in 2014 in het blad De Gitarist wordt geschreven over zijn op een gitaarbeurs getoonde Krul Bas. Met een top van spalted maple, esdoorn met een schimmel, voor een speciaal visueel effect. Schimmel die Heins liet ontstaan door een paar stukken esdoorn in weer en wind in de tuin te zetten en er af en toe bruin bier over te gieten. ‘Het is een delicaat proces, want als het hout te veel verschimmelt kan het uit elkaar vallen’.
Oorsprong
Zie Heins met liefde voelen en ruiken aan ruwe stukken hout in de documentaire De stem van de Gitaar, die de Iraanse vluchteling Massoud Memar Nezhad in 2003 over hem maakte. Hoor Wim vertellen hoe hij eindeloos kon schuren, schaven en frezen aan een blok, dat hoe kleiner het werd groeide naar de goede vorm. Hoe hij daarbij opging in zijn werk en in gedachten werd weggevoerd naar de oorsprong van zijn materiaal, of elders.
Was die kogel waarop zijn beitel bot stootte van een jager of een soldaat? Hoe waren de omstandigheden waarin dat zeldzame Braziliaanse slangenhout was gegroeid? Tot hij uiteindelijk via het hout filosofeerde over alle aspecten van het leven. Over de nietigheid van de mens, die zich vaak te druk maakt om niets, om banale materie of tijd.
Voor Wim Heins was dat een vanzelfsprekende brug. Zijn liefde voor het maken van gitaren mocht groot zijn, de passie voor hout overtrof die. Niet alleen was hout het materiaal waarmee hij alles kon maken, het was voor hem de verbinding van de moderne wereld met de oermens, die al werkte met hetzelfde product.
Metafoor
Hout en muziek brachten de ontheemde Massoud aan het eind van de vorige eeuw naar de gitaarbouwer. Ook voor de vluchteling was hout een metafoor. Hij voelde zich als een boom die was omgezaagd en weggevoerd naar een vreemde wereld.
In Iran had hij een film willen maken over Ashig, een dissidente muzikant met zijn zelfgemaakte saz, een snaarinstrument. In Sneek sprak hij veel met Wim, en zag hoe hij uit een boom een gitaar vormde zo prachtig als een vrouw. Daaruit had hij hoop voor zijn toekomst geput.
De verraste wijze waarop Wim reageerde op die bekentenis, was typerend voor hem. Het duurde ook lang voordat hij in de gaten kreeg dat er van ver over de landsgrenzen belangstelling was voor zijn gitaren. Tot hij er niet meer van opkeek als iemand als Jan Akkerman of Jan Kuiper zijn atelier binnenkwam voor een bestelling.
Nuchter als hij was, had hij vermoedelijk ook nooit kunnen bevroeden dat trouwe afnemers als De Kast, Twarres en de plaatselijke bluesband Roadhouse op 12 november 2017 in poppodium Het Bolwerk in Sneek met het herdenkingsconcert ‘Een ode aan de meester’ afscheid van hem zouden nemen.
Instrument
Of het nou meester-gitaristen waren met speciale wensen, of een amateur voor een doorsnee instrument, de gitaar bouwde hij met evenveel liefde. Ze konden haar krijgen zoals ze wilden, desnoods ingelegd met diamanten. Of, zoals voor jazzgitarist Jan Kuiper, met een dubbele set snaren kruislings over elkaar gespannen.
Handig was hij met zijn twee rechterhanden altijd geweest, mogelijk omdat hij stamde uit een ambachtelijke familie. Zijn opa Willem was kleermaker en maakte, net als Wim met zijn gitaren, pakken op bestelling. Ook moeder Geke kon handig kleren maken, en vader Eppie was lasser.
Zijn belangstelling voor muziek werd opgewekt op de lagere school in Wommels. De meester liet de kinderen blokfluit en viool spelen en op wandeltochten zingend in de maat lopen.
Virtuositeit
De muzikale revolutie deed in de jaren zestig de rest. Zijn muzieksmaak was breed, zolang het maar geen country en western was. Stevie Ray Vaughan, Jimi Hendrix, de Doors, Red Hot Chili Peppers, Nirvana, daar genoot hij van. De virtuositeit die hem vooral boeide vond hij in de jazz: Jan Akkerman, John Abercrombie, Duane Allman en Al Di Meola.
Staand voor de etalage van een muziekwinkel in Bolsward raakte hij gefascineerd bij de aanblik van een elektrische gitaar. Zo’n magisch instrument kon hij zich financieel niet veroorloven.
Hij kluste als kind al graag met hout en bouwde er zelf een. Daarmee kon hij zich urenlang terugtrekken op zijn zolderkamer, zittend onder een poster van Che Guevara. Hij verslond literatuur over gitaren en begon te experimenteren met constructies. Zo ontwikkelde hij zich met engelengeduld en boerenslimheid tot meesterbouwer.
Conservatorium
Eigenlijk had hij de vrijheid van het muzikantenleven willen ervaren. Na een aantal jaren brak Wim zijn studie aan het conservatorium echter af. De klassieke opleiding boeide hem niet, een richting ‘lichte muziek’ was er nog niet. Zijn verknochtheid aan Friesland stond voor een jazzopleiding bij Wim Overgauw een verhuizing naar Hilversum in de weg.
Zelf spelen was een voorwaarde voor zijn vakmanschap als bouwer dat was gebaseerd op gevoel, intuïtie en ervaring. Met berekenen en meten had hij weinig op. Met zijn broer Eppie (drummer) had hij in een barre winter zijn eerste band opgericht die repeteerde in een leegstaand rusthuis.
Op een zaterdagavond zou op een buurtfeest het debuut worden gemaakt. Die ochtend echter stak een doorgedraaide buurman zijn huis in de fik, waarbij ook de aanpalende woning van Wim en zijn toenmalige vrouw Anita in vlammen opging. Dat was het einde van zijn eerste gitaar, en het voorlopige einde van spelen in een band.
Verbouwingen
Op een steenworp afstand in Ysbrechtum betrok Wim later met Jeltsje een klein huisje achter de dorpswinkel, dat met uitbouwen en de aankoop van het pand ernaast uitgroeide tot een ruime woning. De verbouwingen nam Wim zelf ter hand, met uit eiken gezaagde vloerplanken en zelfgemaakte deuren en kozijnen.
Slechts kort had Wim in zijn jonge jaren in loondienst gewerkt. Daar was hij de man niet naar, hij had vrijheid nodig om zijn creativiteit kwijt te kunnen. Op een zolderkamer begon hij met het fabriceren van gitaren. Uit het teakhouten tafelblad uit Rinkes Koffiebar in Sneek bouwde hij zijn eerste basgitaar voor een vriend.
Pakhuis
De eerste moeilijke jaren overbrugde hij dankzij het inkomen van zijn vrouw. Met het groeien van zijn houtvoorraden dijde zijn zaak in Sneek uit, tot na een aantal verhuizingen een karakteristiek pakhuis aan het Hoogend werd aangekocht. In dat oude, gestripte pand bouwde hij een opslagruimte, werkplaats en winkel.
Hij verkocht er exclusieve fabrieksgitaren en aanverwante artikelen en bouwde op bestelling. Tot internet zijn intrede deed en de gitaren niet meer als warme broodjes wegvlogen. Het loonde niet meer om iemand de winkel te laten bestieren, zodat hij ongestoord in zijn werkplaats dromend kon bouwen. En als hij zelf winkel en productie moest combineren, liepen de levertijden voor een handgemaakte Heins op tot twee jaar.
Begin 2015 deed hij de zaak van de hand en bouwde in zijn achtertuin een atelier waarin hij zich geheel op zijn ambacht kon concentreren: bouwen, restaureren, repareren en afstemmen van gitaren. Sociaal als iemand op bezoek kwam. En net zo lief in eenzaamheid, waarin hij zijn gedachten de vrije loop kon laten.
Weer en wind
Afzondering, dat was zijn lust en zijn leven. Die vond hij ook op lange wandelingen over verlaten paden, of over de Boschplaat van zijn geliefde Terschelling. Ook naar zijn werk ging Wim liefst te voet, door weer en wind. Of hij liep even bij moeder in Wommels langs, elf kilometer verderop. Nooit liet hij zich opjagen, tijd speelde geen rol.
Evengoed genoot hij als een Bourgondiër van eten, drinken en gezelligheid. Met vrienden bezocht hij concerten, voetbalwedstrijden (Heerenveen), musea en gitaarbeurzen. Wekelijks was het kaatsen of kaatsen kijken. En hij speelde in de Ginhouse Blues Band, desnoods op bas als hij daarmee de band overeind kon houden. Altijd ging het om het sociale aspect, het mocht niet in werken ontaarden. Zoals ook het bouwen van gitaren uit passie voortkwam.
Wipte er familie of een vriend bij zijn zaak aan, dan gooide hij gerust de boel op slot om naar een terras te gaan. Of hij dan geen belangrijke klant kon missen? Welnee, die belangrijke klant zou hij voor hetzelfde geld op dat terras kunnen ontmoeten.
Levenslessen
Velen zagen hem zoals Massoud in zijn winkel of werkplaats als een sociaal bindmiddel, als een mentor vol levenslessen die iedereen in zijn waarde liet. Hij was tegen de gevestigde orde, maar zou er nooit tegenaan schoppen. En a-politiek omdat geld de macht heeft en de politiek daarvoor het decor vormt.
Met zijn filosofische inslag had hij voor alles een relativerend woord. Graag citeerde hij Kierkegaard: ‘De mens is zo snel op zoek naar geluk dat hij het voorbij loopt’.
Zelfs toen zijn nieuwe atelier net was voltooid en hij ongeneeslijk ziek bleek, bleef hij relaxed en nuchter als altijd. Leven en dood, hij noemde ze twee kanten van hetzelfde muntje. En wat was hij nu helemaal. Niet meer dan een vliegenpoepje in de oneindige ruimte.
Wim Heins zei zelfs te genieten van de noodgedwongen verkoop van zijn houtvoorraad die hem bewust maakte van alle kennis die hij over het materiaal had opgebouwd. En hij was niet bang voor de dood, wel voor de klap die zijn vrouw en kinderen te wachten stond.
Willem Heins werd op 13 april 1956 geboren in Wommels en overleed op 11 maart 2017 in Ysbrechtum.
Dit is een bewerkte versie van het naschrift dat op 24 april 2017 werd gepubliceerd in Trouw.
Het Engelse Bass Guitar Magazine publiceerde in maart 2016 een uitgebreid artikel over de gitaren van Jan Akkerman. De samenwerking met Wim Heins komt daarin ook ter sprake.
Beste Rob,
Ik zal niet beweren dat ik Wim Heins góed heb gekend, maar ik heb hem de jaren door (zo grofweg tussen 1987 en 2000) zo nu en dan ontmoet in Sneek. En ja, ik vond hem bijzonder. Hij heeft niet veel aan mij verdiend, helaas. Ik heb een 2e hands Yamaha Dreadnought bij hem gekocht voor f 200. Ik bewonderde zijn gitaren, maar meer nog zijn instelling. Ik herken wat je schrijft en ben blij dat ik het gelezen heb. Ik merk dat ik hem nog niet vergeten ben.
Beste Gerard,
Fijn dat je Wim Heins herkent in wat ik over hem heb geschreven en dat hij daardoor niet is vergeten. Ik kende hem niet persoonlijk, het verhaal is tot stand gekomen na gesprekken met mensen die dicht bij hem stonden. En toen ontstond het beeld van iemand die ik graag bij leven had gekend.