Dylans concert voor tijden van corona
In tijden van gedwongen isolatie worden concerten zonder publiek als mentale oppepper gedeeld via sociale media. Experiment Ensam toont de emotionele lading bij die ene toeschouwer voor wie Bob Dylan in 2014 speelde.
Rob Velthuis
Vlak na de Tweede Wereldoorlog schreef George Orwell 1984, zijn toekomstroman over een denkbeeldige samenleving. Veel van die fictie over de totale controle over de samenleving komt steeds dichter bij de realiteit.
In 2014 nam de Zweedse regisseur Anders Helgeson zelfs een voorschot op de huidige bizarre tijden, waarin iedereen zich wegens coronavirus Covid-19 (zou) moet(en) afzonderen. Hij deed dat met de televisieserie Experiment Ensam (experiment alleen), waarbij één persoon in een situatie wordt gebracht die normaliter met veel mensen samen wordt beleefd.
Voor afzondering is momenteel weinig fantasie nodig. Wie op zoek is naar een supermarkt loopt overdag door totaal verlaten straten, ook in wereldsteden. Zie bijvoorbeeld de foto’s en filmpjes die AD-correspondent Edwin Winkels op twitter plaatst over zijn spookstad Barcelona.
Die hedendaagse werkelijkheid was in Experiment Ensam nog surrealistisch. Zoals de Zweedse televisiepersoonlijkheid Fredrik Wikingsson mocht ervaren tijdens een concert dat zijn held Bob Dylan alleen voor hem gaf.
Nieuwe normaal
Dat is nu het nieuwe normaal: artiesten die hun tournees moeten afzeggen, treden op voor een enkeling of zelfs niemand in een theatertje, studio of thuis. Vloggers bezoeken verlaten musea. De opnames worden via sociale media verspreid voor een onbekend publiek dat in quarantaine zit, of thuis. Ook Bob Dylan deelt vandaag een nooit uitgebracht lied, Murder Most Foul.
In Experiment Ensam bezoekt iemand alleen een karaokebar, een voorstelling van een komiek of een zwemparadijs. En dus ook een concert van Bob Dylan, die met zijn Never Ending Tour vanaf 1988 jaar in jaar uit zalen vult. Zoals ook op 23 november 2014, als ‘s avonds een concert gepland staat in Philadelphia.
Vol ornaat
‘s middags heeft hij een goed betaalde schnabbel, zoals hij soms buiten de normale agenda om optreedt voor een bedrijf, president of paus. Maar wie denkt dat het die middag gaat om een veredelde soundcheck, heeft het mis. Het geluid is meteen prima in orde en Dylan en zijn band treden in vol ornaat aan voor die ene fan.
De locatie is met de Academy Of Music goed gekozen: het oudste (1857) operahuis van de VS, voorzien van 2509 stoeltjes bekleed met rood fluweel. Slechts één daarvan, midden op rij 6, is al een minuut of vijftien bezet als de lichten worden gedimd en er gestommel en gemompel hoorbaar is op het toneel.
Vanaf het moment dat hij hoort dat zijn vriend Helgeson Bob Dylan op het oog heeft voor deel zes van zijn Experiment Ensam, zet Wikingsson hem onder druk. Om hem er van te overtuigen dat hij de enige geschikte man is om dit concert te bezoeken. Als de idolate Dylan-fanaat die hij al 24 jaar is.
Belangrijk
Waarom is dat moment voor hem zo belangrijk? Na alles, zo geeft hij toe, wat hij van Dylan al heeft gekregen. En alsof hij op het punt staat te sterven, schieten in het lange kwartier dat hij in de doodstille zaal wacht al zijn belangrijke Dylan-relateerde momenten door zijn hoofd. Van zijn (teleurstellende) bezoeken aan Big Pink tot aan een concert in Texas, op een ‘fucking prairie’.
Altijd bleef de hebzucht naar meer, zo bekent hij in een verslag over zijn eenzame belevenis. “Het is echt een ziekte, misschien typerend voor onze tijd. Hoe toegankelijker de kicks worden die we ondergaan, en hoe meer mensen er op sociale media over opscheppen, hoe groter de behoefte naar dat speciale, datgene dat ons boven de massa verheft, waarover we naar huis kunnen schrijven. Maar ik denk dat het niet alleen gaat om het opscheppen tegenover anderen, zonder een superieur gevoel te hebben kan het ook betekenis geven aan al die jaren van obsessie.”
Stabiliteit
Wikingsson is nerveus in het doodstille theater dat hij door een piepende zijdeur heeft betreden. Wat kan hij verwachten? Een onwillige, nurkse Dylan? En hoe moet hij zelf reageren op deze intieme setting? “Ik moet al mijn mentale stabiliteit bij elkaar harken om dit belangrijke moment in mijn leven de maximale kans te geven om te worden wat ik hoop.”
Dat wordt het. De immer onberekenbare maar vandaag goed geluimde Dylan knikt zijn bezoeker bij het betreden van het podium een keer toe, maar laat hem verder links liggen. Dat doet hij ook met de nummers uit zijn vaste speellijst, alsmede het grote repertoire aan eigen klassiekers. De muzikale antropoloog duikt zoals vaak in zijn onuitputtelijke archief met liedjes van anderen, die hij op geheel eigen wijze vertolkt.
Dat lokt net als bij zijn echte concerten discussies uit. Heeft hij nu It’s Too Late van Chuck Willis gespeeld, of You’re Too Late van Lefty Frizzell? Beide titels verschijnen op websites van Dylan kenners. Dit is de juiste speellijst:
Heartbeat (Bobby Montgomery/Norman Petty)
Blueberry Hill (Al Lewis/Larry Stock/Vincent Rose)
You’re Too Late (Lefty Frizzell)
Key To The Highway (Charles Segar/Big Bill Broonzy)
Waanzinnige stilte
Voor muziekkenner Wikingsson zijn alleen de eerste twee liedjes, gespeeld van achter de vleugel, bekend. Na Blueberry Hill heeft hij de behoefte de ‘waanzinnige stilte’ in de zaal niet alleen te doorbreken met zijn hol klinkende geklap, maar ook met het roepen van ‘jullie klinken geweldig’.
Dat ontlokt een grinnikende lach bij Dylan. “Dat lachje maakte me duidelijk dat hij het grappige inziet van deze absurde, bijna komische situatie.” Vanaf dat moment verdwijnt de brede glimlach niet meer van zijn mond, zodanig dat hij er nog uren kramp en pijn van in zijn kaken heeft.
Ontroerd
Tijdens het derde nummer raakt Wilkingsson op een vreemde wijze ontroerd als Dylan centraal op het toneel mondharmonica speelt. Hij kan niet bevatten wat er met hem gebeurt en zit dicht tegen huilen aan.
“Het is alsof alle goede tijden die ik heb gehad met zijn muziek, alle gedachten die ik over hem heb gehad, alles wat hij met mij heeft gedaan, alles wat hij voor mij heeft betekend, dat heel mijn obsessie is samengevat in een paar eenvoudige tonen, en alles wat ik ooit moet weten over Bob Dylan past erin.”
Wilkingsson verwijst naar een boek over Blowin’ in the Wind en die liedtitel zelf, die volgens hem precies de vreemde verwachtingen uitbeelden die fans van Bob Dylan hebben. “Velen van ons hopen dat hij ons de waarheid zal vertellen, maar de geluiden van deze harmonica zeggen: de waarheid kan ook hier worden gevonden.”
Het is een waarheid die volgens hem de kijkers naar zijn eenzame experiment niet zullen begrijpen. Het is zelfs de vraag of hij haar zelf begrijpt. Die waarheid wordt hem in elk geval te veel. Terug in zijn hotelkamer zakt Wilkinson door zijn trillende benen, valt neer tussen de twee aaneen geschoven bedden en zakt langzaam naar de vloer. Daar zit hij, met tranen die over zijn wangen stromen.
Spiritueel
“Ik probeer in dit moment te blijven, het in mijn hoofd vast te leggen, het spirituele dat ik zojuist heb meegemaakt te behouden, maar een rationele, ongemakkelijke waarheid dringt tot me door: hoe hard ik ook probeer op te gaan in dit moment, het is al aan het verdwijnen. En misschien zal ik de rest van mijn leven dat gevoel van perfectie najagen en . . . wat is het, ja, het is een gevoel van klaarkomen dat nog steeds in me blijft vibreren.”
Het is tevens een gevoel van verscheurdheid, zoals Wilkingsson aan het einde van de documentaire zegt. Het concert zou voor hem nooit zo intens zijn geweest met andere mensen erbij. Maar erna miste hij iemand om de ervaring samen mee te delen.
Experiment Ensam was nog geen zes jaar geleden voor Wilkingsson het perfecte moment in zijn leven, een onovertroffen cadeau. Nu is Covid-19 voor de hele wereldbevolking een wreed opgelegd dieptepunt van berusting, eenzaamheid, angst en verlies.
Mooi Rob. Jij vindt in deze stille tijden in ieder geval inspiratie tot schrijven. Dylan’s concert kwam op een uitgekiende tijd!
Het lijkt me dat je van zo’n concert met 1 toeschouwer alleen maar optimaal kan genieten als je je ego volstrekt los kan laten. En als je dat hebt gedaan kun je het plezier met niemand delen. Bitter sweet.